Georges Petit (1856-1920) was een van de belangrijkste kunsthandelaren in Parijs toen Vincent er woonde. De jonge Petit was vrijwel direct nadat hij de zaak van zijn vader had geërfd in 1877 begonnen met het kopen van kunstwerken van de impressionisten, maar hij handelde ook meer klassieke schilderkunst. Hij concurreerde zodoende met Durand-Ruel en Boussod, Valadon & Cie. Petit organiseerde niet alleen verkooptentoonstellingen maar ook veilingen.

Vincent bezocht in 1886 en 1887 de Exposition internationale de peinture et sculpture. De groepstentoonstellingen boden de kans om veel recente werken van tal van hedendaagse kunstenaars te bekijken, zoals Claude Monet en Auguste Renoir. In 1887 ging hij samen met zijn broer Theo naar de tentoonstelling en zag daar de schilderijen De prehistorische mens en De moderne mens van Albert Besnard (1849-1934). Vincent vond de schilderijen heel mooi en schreef er twee jaar na dato nog over in een brief aan zijn broer Theo.