Vincent raakte in Parijs bevriend met de vijftien jaar jongere kunstenaar Émile Bernard (1868-1941). Ze hadden elkaar in het voorjaar van 1886 voor het eerst ontmoet bij het atelier van Fernand Cormon en in het najaar van datzelfde jaar troffen ze elkaar weer bij de verfwinkel van Julien Tanguy. Bernard herinnerde zich:
“Toen hij uit de achterkamer opdook, met dat hoge en brede voorhoofd, was ik bijna bang, zo woest zag hij eruit; maar we werden al snel vrienden.”
Er ontstond een innige vriendschap tussen de twee, ze schilderden samen en hielpen elkaar aan goede contacten. Vincent bewonderde het werk van Bernard en trad vanwege het leeftijdsverschil in zekere zin ook op als een mentor. Ze bezochten elkaar regelmatig. Zo kwam Bernard veel bij de broers Van Gogh over de vloer aan de rue Lepic en was Vincent geregeld bij Bernard op 5 Avenue de Beaulieu in Asnières – even buiten Parijs – te vinden waar deze in het tuinhuisje zijn atelier had. Daar werkten ze geregeld samen, onder andere aan portretten van Tanguy.
Na Vincents vertrek uit Parijs op 19 februari 1888 zouden ze elkaar niet meer zien, maar ze schreven elkaar veel levendige brieven. Ze wisselden artistieke visies en standpunten uit en ze stuurden elkaar vaak studies om op de hoogte te blijven van elkaars werk. In een brief van november 1889 liet Vincent zich nogal kritisch uit over het meest recente werk van Bernard en gebruikte hij woorden als “nachtmerrie” en “afschuwelijk” om het te beschrijven. Alhoewel de brief weliswaar niet het einde van de vriendschap betekende, heeft Bernard Vincent daarna niet meer geschreven.
Tips & Aanvullingen