Toen Vincent bij kunsthandel Goupil & Cie in Londen werkte, had hij goed contact met zijn baas Charles Obach (1840/41-?). Ze maakten samen eens een uitstapje naar Box Hill en toen Vincent na zijn ontslag bij Goupil & Cie in Parijs in 1876 naar andere banen solliciteerde en een referent nodig had, wilde Obach dat zijn. Toen Vincent enkele maanden later een nieuwe baan had gevonden als hulponderwijzer op een school in Isleworth, bezocht hij de familie Obach. Obach en zijn vrouw en twee dochters woonden toen op 314 Brixton Road, vlakbij het pension van de Loyers waar Vincent had gewoond.
Ondanks hun goede verhouding uitte Vincent later, toen hij in 1882 in Den Haag woonde, kritiek op Obach:
“Weet ge wat ik vind van ’t blad dat ik U stuur. ’t is net zoo’n manier van praten als b.v. Obach, de manager van G&C. te London er op nahoudt. En dat heeft succes – ja dat heeft succes, ja daar wordt naar geluisterd en dat gaat op. [...] Ik heb respect voor werken, ik veracht noch Obach noch Mesdag maar er zijn dingen die ik oneindig hooger stel dan dat soort van energie. Ik wou iets beknopters, iets eenvoudigers, iets degelijkers, ik wou meer ziel en meer liefde en meer hart.” Lees de hele brief
Obach opende na zijn werk voor Goupil in 1884 zijn eigen galerie op 20 Cockspur Street in Londen.
Tips & Aanvullingen