Toen Vincent na zijn verblijf in de Borinage besloot om naar Brussel te gaan om zich daar verder te ontwikkelen als kunstenaar klopte hij aan bij Tobias Victor Schmidt (1842–1903). Die was manager bij kunsthandel Goupil & Cie in Brussel en Vincents broer Theo had in 1873 voor hem gewerkt en tijdelijk bij hem in huis gewoond. Tijdens Vincents verblijf in de stad in 1880 was Schmidt met zijn kunsthandel net verhuisd naar de Rue du marché aux herbes.
Vincent hoopte dat Schmidt hem een dienst kon bewijzen en hem in contact kon brengen met andere kunstenaars in de stad. Hij werd vriendelijk door hem onthaald en bezocht hem weleens. Bij Schmidt zag Vincent eens foto’s naar reproducties van de werken Les bêcheurs en l’Angélus du soir van Jean François Millet, leende die van hem en maakte op basis van die foto’s een tekening naar de Spitters. Deze tekening Spitters (naar Millet) stuurde hij vermoedelijk vervolgens op naar zijn vader om te laten zien dat hij hard aan het werk was.
Vincent las echter in een brief van Theo dat er een financiële kwestie was tussen de familie Van Gogh en Schmidt. Daarom leek het Vincent verstandig om minder contact met hem te houden. Vermoedelijk voegde hij de daad bij het woord want nadien wordt Schmidt niet meer genoemd in de correspondentie.
Tips & Aanvullingen